De academie
Het ontdekken van nieuwe werelden wordt zeldzamer met het klimmen der jaren. In het begin van het leven is alles nieuw; daarna raak je steeds meer in een soort bubbel en omring je je met mensen van jouw opleidingsniveau en werk. Ik ben jong, dus ik zie gelukkig nog regelmatig nieuwe dingen. Deze week dompelde ik me voor het eerst onder in de universitaire wereld.
Dit najaar ga ik geschiedenis studeren. In verband met vooropleidingseisen weet ik pas later of ik dat in Utrecht of toch in het vertrouwde Groningen kan doen. Bij de Utrechtse universiteit vinden ze dat je een weloverwogen keuze moet maken, dus had ik afgelopen week een verplichte matchingsdag. Daar komen alle geïnteresseerden op af. Zo volgde ik met tweehonderd anderen mijn allereerste college, in een zaal waar het dertig graden was. Een mooie ontgroening. Het college was interessant en onderwijl kon ik ook heerlijk mensen kijken.
Voor sommigen was deze matchingsdag het eerste station na hun eindexamens. Ze mogen eindelijk naar de grote school en daar waren ze op gekleed. Kereltjes van 17 in driedelig pak met stemmige stropdas en dito paraplu, waar ze studieus-kijkend op leunden. En er waren natuurlijk Thierry’s. Haartjes strak achterover, bordeelsluipertjes aan de voeten, bekakt stemmetje en tentoonspreiden hoeveel ze al weten over het leven. De dames waren in de minderheid en vooral veel normaler gekleed. Weer een bewijs dat vrouwen stukken verstandiger zijn dan kinderlijke mannen. Gelukkig viel ik niet uit de toon. De meesten waren gewoon casual (lees: oersaai) gekleed in een spijkerbroek en een merkloze blouse.
Men wilde stimuleren dat we met elkaar gingen praten. Maar de meesten kwamen niet verder dan: ‘Ja, hoi. Zoek jij ook een wc?’ De professor nam dus grotendeels het woord, maar had tot mijn verbazing nogal moeite met de Nederlandse taal. Hij kon geen zin zeggen zonder daar één of meerdere Engelse woorden doorheen te fietsen. Op een gegeven moment gebruikte hij vier zinnen achter elkaar het woord ‘skill.’ Hij verwachtte van ons een ‘active attitude’ en dus vroeg hij wat het Nederlandse woord voor skill eigenlijk was. Daar kwam mijn cursus Engels goed van pas. ‘Vaardigheid,’ wierp ik hem razendsnel toe. ‘Ach ja, excellent, kerel,’ zei hij. Pluspuntjes binnen. En heerlijk wijsneuzerig om een hoogleraar aan te kunnen vullen.
Het is duidelijk dat ik me de komende maanden uitstekend ga vermaken en ik vermoed dat ik er wel tussen ga passen. Al mijn hele leven ben ik een halve kameleon. Ik schik me naar de situatie, maar ga daarnaast volledig mijn eigen gang. Dat blijkt ook uit mijn studieloopbaan: van artiest naar geschiedenisstudent. Wat een contrast!







