Een avond met Youp van 't Hek
Youp van ’t Hek houdt het voor gezien. Hij speelt as we speak zijn laatste voorstelling in Theater Carré in Amsterdam. Ik heb nooit onder stoelen of banken gestoken dat ik hem bewonder. Zijn geestdrift, zijn humor en zijn doorzettingsvermogen. Hij heeft tien jaar voor lege zalen gestaan alvorens ze veertig jaar achtereen vol waren.
Vlak voor corona zette ik mijn eerste stappen in het schrijverschap voor theater. Ik schreef een solovoorstelling en speelde in september 2019 op cabaretfestival Cameretten, toen nog in Rotterdam. Dat ze daar stand-up-comedians met de nodige solo-ervaring zoeken, had ik even gemist, dus het liep uit op een leermoment dat me nadien veel sterker in mijn (theater)schoenen deed staan.
Waar het Camerettenavontuur ook goed voor was: een ontmoeting met Youp van ’t Hek. In diezelfde periode zag ik zijn voorstelling Met de kennis van nu in de Stadsschouwburg in Groningen. Hij vertelde daarin over een jongen die cabaretier wilde worden en met hem mocht meelopen. Dat wilde ik ook wel, en dus mailde ik hem na afloop van de voorstelling, niet met het idee dat hij erop in zou gaan.
Maar tot mijn grote verbazing kreeg ik de volgende ochtend een mail terug: ‘Dat is goed Bas! Morgenmiddag om 17.00 uur bij de Schouwburg! Youp.’ Ik schrok me wild! Youp wilde me ontvangen, ik mocht met de crew mee-eten en alle vragen stellen die ik wilde.
Dus ik met trillende knietjes naar het theater. Youp had me gemeld dat ik naar zijn toneelmeester moest vragen, maar toen ik mijn fiets achter de Schouwburg stalde en me uit mijn regenjas wurmde, zag ik in de verte een kleine, oudere man met een hoed aan komen lopen. Daar was Youp al! Wat een dilemma! Ik zou hem kunnen negeren en vijf minuten kunnen wachten met naar binnen gaan, maar dan zou hij me daarna herkennen en dat had voor een gekke situatie kunnen zorgen.
Ik besloot dus op hem af te lopen:
‘Dag, meneer Van ’t Hek,’ zei ik, ‘volgens mij hebben we een afspraak. Ik ben Bas van der Heide.’
‘Mmm,’ knorde Youp, ‘is mijn toneelmeester er niet?’
‘Ik ben nog niet binnen geweest,’ lichtte ik toe, ‘maar ik vond het raar om u te negeren.’
‘Ja, goed, je hebt gelijk, kom maar mee.’
Youp nam me mee naar de artiesteningang. Toen ik zei dat ik het heel eervol vond dat ik dit mocht meemaken, keek hij wat spottend op: ‘Ja, ja, ja.’
Geen dankbaar gezeik, Bas, dacht ik. Toen Youps toneelmeester spoorloos bleek, mocht ik meteen mee naar het toneel, waar hij een geluidstest ging doen. Een privévoorstelling vanuit de coulissen, waar hij de liedjes precies zo goed zong als in zijn voorstelling. Ik maakte een foto, maar ik was te nerveus en onder de indruk om die te laten slagen.

Na de soundcheck belde Youp zijn toneelmeester, die toch wel heel lang wegbleef.
‘Waar ben jij nu? Ja, ik ben nog in het hotel,’ schreeuwde Youp.
Een ietwat paniekerige reactie volgde, waarna hij de boel weer suste. Het ‘circus Youp’ communiceerde in grappen, begreep ik al eerder. Toen de muzikant opkwam met een accordeon en daarop begon te spelen, zei Youp: ‘Zit er niet doorheen te tetteren, man! Geintje.’
Een sfeer die past bij mannen die elkaar al decennia kennen, hing er ook tijdens het eten in de Prinsenhof. De nodige vunzige grappen, die ik hier niet zal herhalen, vlogen over tafel. We liepen iets ervoor langs café De Souffleur. Daar zaten wat mannen stevig te drinken.
‘Wel erbij roken, jongens!’ riep Youp.
Ik had te kennen gegeven een glutenallergie te hebben, en dus vroeg Youp me daarna: ‘Zeg, ga jij dood als je gluten eet?’
‘Nee, maar van noten wel,’ antwoordde ik gauw. Geestig reageren zat er door de spanning niet in. Op de terugweg liepen we over het Martinikerkhof, waar een huis te koop stond.
‘Kopen?!’ vroeg Youp aan zijn toneelmeester.
‘Hekwerk, afdeling Groningen,’ refereerde hij aan zijn theaterbureau. Hij zag mij als de artiest die de boel dan moest redden.
Youp leek zijn best te doen om mij op mijn gemak te stellen, zeker omdat mijn vragen door de spanning wat uitbleven. Hij vroeg me al wandelend of ik een volbloed Groninger was, en aan welk cabaretfestival ik nou precies meegedaan had.
‘Cameretten,’ zei ik.
Zijn toneelmeester vroeg of Youp daar weleens in de jury had gezeten. ‘Natuurlijk niet!’
Ik durfde daarna een paar wedervragen te stellen. Bijvoorbeeld of hij nog steeds geregisseerd werd.
‘Vroeger deed Joop Koopman dat altijd, toch?’ vroeg ik.
‘Ja, maar sinds hij overleden is, heb ik geen regisseur meer.’
Zijn steun en toeverlaat was nu de toneelmeester, zoveel was wel duidelijk. Hij deed alles voor Youp. Toen ik op het toilet zat, hoorde ik Youp zelfs over de gang naar hem roepen: ‘Joehoe! Mijn iPad zit niet in de tas!’
Youp werd volledig ontzien om de voorstelling zo goed mogelijk te kunnen spelen.
De show begon bijna en ik werd de lege Schouwburgzaal in gedirigeerd. Ik mocht het vanuit de techniekhoek gaan bekijken, wat me ook een kijkje in de keuken van de technici gaf. Natuurlijk had ik de voorstelling twee dagen eerder nog gezien als betalende bezoeker, dus ik kon gaan vergelijken. Machtig interessant om te zien dat Youp naar grappen toewerkte en die precies hetzelfde vertelde als eergisteren, terwijl de tussenstukjes een beetje anders waren. Hij werkte van grap naar grap, dus. Leerzaam. En ik mijn best maar doen om vooral het verhaaltje precies hetzelfde te vertellen. Beginnersfout.

Na afloop ging ik mijn jas halen, die nog in een kleedkamer naast die van Youp lag. Ik had een fles wijn meegenomen als bedankje en wilde die aan hem geven, maar ik hoorde hem net zijn broek verwisselen, dus ik wachtte even. Toen ik vijf minuten later op zijn deur klopte, zat hij met ontbloot bovenlijf Studio Sport te kijken.
‘Meneer Van ’t Hek, ik wil u erg bedanken voor deze bijzondere avond. Mag ik u deze fles aanbieden?’
‘Ach, dankjewel jongen, wat aardig!’ Youp leek ontspannener dan voor de voorstelling.
‘Ik hoop dat je er wat aan hebt gehad.’
Dat had ik zeker! Een passage gaat tot op de dag van vandaag regelmatig door mijn hoofd. Toen ik hem vroeg hoe hij steeds weer aan inspiratie kwam voor een nieuwe show, zei hij: ‘Gewoon leven. Reizen, de kroeg in, krantje, iPadje. Lekkere wijven.’
Een leven leiden zoals je dat zelf wil, dus eigenlijk. Hij leidt een leven op zijn Youps, waar ik me misschien niet zo prettig bij zou voelen, en ik leid een leven op zijn Bas’, wat hij wellicht heel saai zou vinden.
De moraal: leef je leven zoals jij dat wil en leef alsof het je laatste dag is, een boodschap die ook doorklinkt in zijn voorstelling. Bedankt voor dat inzicht, Youp!






