Geamputeerd
Wat een bloedhitte. Normaal gesproken heb ik daar niet zo’n moeite mee. Gewoon rustig aan doen en niet te veel nadenken. Maar dat kon afgelopen woensdag niet. Ik deed opnieuw eindexamen in een ruimte zonder airco. In tegenstelling tot mijn examen van jaren geleden ging het om slechts één vak: Engels. Maar in plaats van het vertrouwde VMBO was het examen deze keer wel op atheneum-niveau.
Het doel is die felbegeerde 5,5. Meer hoeft niet. Ik heb het nodig om aan de universiteit in Groningen geschiedenis te kunnen studeren. En gezien ik op mijn VMBO-eindexamen Engels ooit een 5,2 haalde, is het halen van een voldoende twee niveaus hoger geen kattenpis. Ik ging dan ook niet over één nacht ijs. Vanaf oktober bereidde ik het voor: ik vergrootte mijn woordenschat, studeerde op de grammatica en volgde voor een kapitaal aan bijlessen. Discipline alom. Maar is het afdoende geweest? Dat weet ik pas eind juli. Eerder laten de vrienden van DUO niets los.
Aan de organisatie kan het in ieder geval niet liggen. De examenomstandigheden waren (afgezien van de warmte) perfect: duf zaaltje, doodse stilte en drie surveillanten die de tijd nauwlettend in de gaten hielden. Ik wou dat ik daar al mijn eindexamens had kunnen doen. Op mijn middelbare school gingen ze tijdens de examens hele boekwerken uitprinten. ‘Kon niet anders.’ Voordeel nu was ook dat ik een halfuur extra tijd had: een overblijfsel van mijn stokoude autisme-diagnose. In plaats van tweeëneenhalf had ik drie uur: dat betekent meer tijd voor opzoeken van onduidelijkheden in het woordenboek. En het werkte. Ik had de drieënveertig vragen tellende toets binnen de tijd af.
Overigens ben ik blij dat het cijfer van dit ‘centraal examen’ nog wordt verrekend met een schrijfexamen – dat maakte ik vorige week - en een mondeling-gedeelte, welke over twee maanden wordt afgenomen. In teksten lezen en vragen beantwoorden ben ik nooit zo’n held geweest, maar vrije opdrachten liggen me wel. Heerlijk om mijn eigen tekst op te kunnen bouwen of zelf te kiezen waarover ik een presentatie houd. En als het doemscenario waarheid wordt en ik het toch niet haal, is er nog geen man overboord. In Utrecht laten ze me wel toe zonder Engels diploma, dus ik kan hoe dan ook aan mijn geschiedenisstudie beginnen.
Maar ondanks dat mijn kennis van de Engelse taal enorm is verbeterd, blijf ik wel een geamputeerd gevoel hebben als ik het gebruik. Constant moeten zoeken naar de juiste zinsbouw of specifieke woorden ben ik in het Nederlands helemaal niet gewend. In mijn moedertaal gaat dat namelijk vanzelf. Ik blijf Engels oefenen en lezen, want ik wil dat het me op den duur net zo goed gaat passen als de Nederlandse jas. Belangrijk in deze internationale tijd.






