Coronacolumn #28: Irene
Voor het eerst in weken ben ik er even uit geweest gistermiddag. Het weer was lekker en het moest even.
En wat voelde dat ontzettend goed! Ik reed in de auto naar een klein dorpje in Oost-Groningen, waar een serene rust heerste. Ik besefte me dat ik dat nog nooit eerder had meegemaakt. In de tijd dat ik er was passeerde een enkele auto me maar en waren de vogels zeer vrolijk en bijna lawaaiig in de bomen. En de lucht was fris, terwijl het toch best warm was.
Ik waande me eigenlijk in vroeger tijden. Althans, ik neem aan het ongeveer zo moet zijn geweest. Misschien had een paard en wagen het plaatje compleet gemaakt, maar het was echt een andere wereld. Nederland in totale rust. Toen ik thuis kwam en ging computeren, spatte de droom weer uit elkaar. Maar ik heb genoten. Ik kan er binnen weer een tijdje tegenaan.
Op internet las ik een ingezonden brief van nota bene prinses Irene (dat rijmt ook nog) aan de Volkskrant die min of meer vertelde dat deze hele toestand onze eigen schuld is. Ze zei het wat vriendelijker, maar het kwam er wel op neer. Ze heeft natuurlijk gewoon gelijk. Jarenlang zijn we gewaarschuwd voor ons massale misbruik van de aarde in de vorm van gekke virusuitbraken bij dieren. Nu is er eentje op ons overgeslagen.
Het interessantste dat ze aanhaalde, was de vergelijking met een oorlog. Uit de geschiedenis blijkt dat oude waardepatronen na een oorlog gewoon weer terugkomen. Dat gaat nu niet het geval zijn, zegt ze. Er verandert nu iets dat blijft. De samenleving is nu veel belangrijker dan materiële zaken en dat moeten we vasthouden.
Ik ben het volledig met haar eens. Het trapt ook weer de vergelijking met een oorlog onderuit. Heel veel mensen denken zich te wanen in een oorlogssituatie. Ik schreef er al eerder over. Als je de Tweede Wereldoorlog hebt meegemaakt, begrijp ik dat je er associaties mee hebt. Of eigenlijk begrijp ik het niet, want ik heb het niet meegemaakt en kan er niet over oordelen.
Maar ik kan wel oordelen over het feit dat ik me niet opgesloten voel. Ik voel me vrij, maar voor mijn eigen bestwil (en die van de maatschappij) iets minder vrij dan anders. Het zij zo. Onze maatschappij heeft het er zelf naar gemaakt dat we in deze situatie zitten. Daar is niet één schuldige voor aan te wijzen, dat is een proces van jaren geweest.
Het virus zorgt voor een lievere samenleving. Iedereen let wat meer op elkaar. Of een samenleving zoals dat dorpje, welke ik hierboven beschreef. Misschien oersaai omdat ‘ie wat is ingedut, maar we worden er stukken minder verwend van. Ik hoop dat er wat van over blijft.






