Coronacolumn #48: Ver
Op dit moment zit ik op één van de Waddeneilanden. Het voelt een beetje alsof ik daarmee iets doe dat ongepast is, maar ik doe niets anders dan thuis. Een beetje wandelen, fietsen en binnen zitten. Maar dan met het geschreeuw van meeuwen om me heen. Een gevoel van vrijheid, terwijl je toch binnen bent. Overigens is dit een beetje thuis voor mij: ik kom hier zeer regelmatig omdat mijn ouders er al jaren een huisje hebben. Huisjes worden hier weer verhuurd overigens, maar bijna niemand komt.
Kans op besmetting is overigens bijna nul: overal is ruimte zat om uit te wijken en de mensen die je tijdens een wandeling van drie kwartier ziet zijn op één hand te tellen. En soms hoef je niet eens te tellen. Dan zie je niemand. Een gekke gewaarwording, want normaal gesproken is het in deze periode een drukte van belang met toeristen. Meivakantie.
Toch zal het deze zomer drukker worden op Nederlandse vakantieparken. Er schijnt nu al een run te zijn op huisjes. Omdat de buitenlandgangers nu niet naar het buitenland kunnen. Bij Op1 zaten gisteravond columniste Nynke de Jong en mijn grote held Maarten van Rossem om te vertellen over vakantie in eigen land.
De Jong gaat meestal op vakantie in eigen land. Van Rossem is vaak op Texel. Hij stipte het fijne Hollandse klimaat vooral aan. Hij houdt van wandelen en dat kan in Zuid-Frankrijk met zesendertig graden niet. Daarnaast spreken de mensen in Frankrijk Frans, in Spanje Spaans en in Duitsland Duits. Gewoon Nederlands kunnen praten is toch heerlijk op vakantie? Daarnaast heeft Nederland een zeer grote diversiteit aan landschappen voor zo’n klein land. Ik ben het roerend met ze eens.
Diederik Gommers, voorzitter van de intensive care-vereniging, zat ook bij Op1. Hij schreef enkele dagen geleden in een brief dat de slechte spreiding van coronapatiënten komt door de houding van de noordelijke ziekenhuizen. Ze zouden patiënten weigeren. De topman van een groot ziekenhuis uit het noorden was des duivels. De plekken worden volgens hem wel degelijk aangeboden, maar niet ingevuld. Gek genoeg beweerde Gommers gisteravond dat de noordelijke provincies de zuidelijke provincies juist heel erg geholpen hebben. Tegenstrijdig. Maar er gaan volgens hem nog steeds weinig patiënten van zuid naar noord. Waarom is dat? “Nou”, zei Gommers, “het Noorden is wel heel ver weg”. Ooooh, dat is dus het probleem! Ze hebben gewoon geen zin om die zieken ‘helemaal’ naar het noorden te vervoeren. Zo vat ik het tenminste op.
Van Rossem kaatste terug dat in Nederland niets ver weg is. Daar heeft hij gelijk in. Maar Gommers geeft dus nu ineens de schuld niet meer aan de noordelijke ziekenhuizen, maar aan de afstand. Hij lijkt terug te krabbelen, een ander standpunt in te nemen. Sterker nog: hij vertelt gewoon iets heel anders dan dat ‘ie eerst deed. Had ‘ie ook best even openlijk zijn excuses mogen aanbieden aan deze ziekenhuizen.
“Het noorden is te ver weg.” Een oude gewoonte om het noorden overal buiten te kunnen houden. Krijg zo’n gewoonte er maar eens uit…






