Coronacolumn #56: Samen
Samen en toch alleen. Volgens mij was dat de belangrijkste boodschap van de nieuwste persconferentie, die van gisteravond. En ook: de enige uitweg is een vaccin. Dat wisten we natuurlijk allemaal, maar is dat al eerder met zoveel woorden gezegd?
Minister-president Rutte en minister de Jonge praatten weer rustig en duidelijk. Eigenlijk worden ze er steeds beter in. Of komt het minder hard binnen, omdat we gewend raken aan dit soort persconferenties?
De praatjes veranderen wel, zo langzamerhand. Meer kennis zorgt voor andere uitspraken. Het woord groepsimmuniteit zal de premier nooit meer in de mond nemen, denk ik. Het kwam destijds hard binnen, maar het blijkt onrealistisch. Op deze manier gaat het aantal besmettingen zo langzaam, dat we die immuniteit pas in december 2038 opgebouwd hebben. Althans, dat denk ik. En ook over de beruchte en gevreesde corona-apps wordt niet meer gesproken. Minister de Jonge benoemde nog wel dat ze een vorm van ‘digitale hulp’ bij het opsporen van coronahaarden blijven zoeken. Maar de apps blijken veel te privacygevoelig.
Het doel is nu het verankeren van de controle die we sinds maart hebben bereikt, aldus de premier. De beide ministers benadrukten daarbij dat we het samen moeten blijven doen. “Het is geen tijd van ieder voor zich,” zei minister de Jonge. Ik heb de afgelopen tijd een saamhorigheid gezien die uniek is. Ook de onenigheid tussen mensen neemt naar mijn idee af. Het ene na het andere prachtige initiatief wordt opgestart. Van samen troostliederen zingen tot het vermaken van eenzame ouderen.
Wat ik dan weer niet snap, is dat er toch een heleboel mensen moeite hebben met de coronaregels in het dagelijks leven. Waarschijnlijk omdat ze nog tot in lengte van dagen blijven gelden. De meest gebruikte argumenten zijn dan: “Ik doe niet mee aan die anderhalvemeteraanstellerij. Het is niet bewezen dat het werkt. Ik ga er toch niet dood aan.” Maar een ander gaat er wellicht wel dood aan, als je het overbrengt. Dat is het probleem.
Ook het naleven van de coronaregels zou een onderdeel moeten zijn van de saamhorigheid waar een heel groot deel van Nederland zo naar lijkt te hunkeren. Veel mensen lijken dat niet te begrijpen en dat vind ik vreemd. Zeuren daarover maakt het juist zwaarder, ook voor anderen. Het is zoals het is. Pas als dat gezeur voorbij is, zijn we echt eensgezind. Samen en toch alleen.






