Coronacolumn #77: Afgeslacht
Slachthuizen blijken coronahaarden. Dat werd vorige week al bekend, toen er bij verschillende slachthuizen besmettingen optraden. Gisteren zijn er rigoureuze maatregelen genomen: de veiligheidsregio Noord- en Oost-Gelderland heeft een slachterij in Apeldoorn gesloten.
Onder het mom van ‘eigen schuld, dikke bult.’ Veel slachthuizen kunnen namelijk niet aantonen dat ze zich aan de regels kunnen houden. De medewerkers – dit zijn meestal arbeidsmigranten – staan tijdens het werken te dicht bij elkaar door beperkte ruimte, worden met z’n allen in een busje vervoerd en wonen ook nog eens heel dicht op elkaar. Ik las dit met stijgende verbazing. Het lijkt wel een beschrijving van een werksituatie in een land dat het niet breed heeft, maar het blijkt gewoon om Nederland en Duitsland te gaan. Vreemde zaak.
Ik zit op een Waddeneiland en daar zijn veel vakantieparken. Die parken boeren nu, tijdens de Christelijke feestdagen, toch nog best goed, voor zover ik dat kan beoordelen. Het is overal vrij druk, de parkeerplaatsen van de parken staan redelijk vol.
Die vakantiewoningen moeten na gebruik natuurlijk ook schoongemaakt worden. Sommige parken huren daarvoor schoonmaakbedrijven in die hun personeel van het vaste land laat komen. En hoe gebeurt dat? Juist. Met een busje. Laatst ergerde ik me aan het feit dat ik in de verte een clubje van vijftien man heel dicht bij elkaar zag staan bij de ingang van één van de vakantieparken. Toen ik dichterbij kwam, zag ik dat ze schoonmaakspullen bij zich hadden. Vervolgens stapten ze met z’n allen in een busje. Op naar de boot. Alsof er helemaal niets aan de hand is. Maar ja, er wordt met twee maten gemeten. In zo’n busje met een grote groep mag officieel niet, maar vanaf volgende week mag er wel weer gevlogen worden. Weliswaar met mondkapje, maar het is ontzettend vreemd.
Gelukkig zijn de campings nog wel dicht, dacht ik. Niets bleek minder waar. Op het park waar ik zit, zijn de sanitaire campingvoorzieningen gewoon open. Je kunt er je afwasje doen, douchen of naar het toilet gaan. Wederom alsof we een doodnormale zomer tegemoet gaan.
Dit mag toch ook niet, vermoed ik? Wie is ervoor verantwoordelijk? Of is de veiligheidsregio in dit gebied minder streng dan in de regio Noord- en Oost-Gelderland?
Hoe dit gecontroleerd zou moeten worden, weet ik ook niet. Maar dat het moet gebeuren, lijkt mij niet meer dan logisch. Misschien wordt er te licht over gedacht. ‘Ach, op de Waddeneilanden zal het zo’n vaart niet lopen.’ Ik houd mijn hart vast. En ik houd iets in. Mijn adem. Totdat ik de grote schoonmaakploeg of het campinggebouwtje gepasseerd ben.






