De maandagochtendkrabbel
“Afstand! Jongens, hé! Afstand houden! Als je nu geen afstand houdt, gaan de hapjes aan je voorbij! En dan kom je ook niet in aanmerking voor het vangen van het bruidsboeket!”
Had Grapperhaus dit de hele tijd moeten roepen op zijn eigen bruiloft? Als de vleesgeworden coronawaakhond? Dat was een gezellige boel geworden. En zijn populariteit in zijn vrienden- en familiekring zou er in dat geval ook niet door gestegen zijn, me dunkt. Mocht hij het zo aangepakt hebben, dan had hij wel op zijn buik kunnen schrijven dat er nog volk zou komen op zijn toekomstige feestjes. Of zijn nieuwe huwelijk. Want dit was al de tweede keer dat hij trouwde, dus zo’n derde keer kan ook best.
Hij had het in geen geval goed kunnen doen. In het ene geval had hij zich de boosheid van zijn bruiloftsgasten op de hals gehaald, en in het andere geval dat van het gehele volk. Het laatste gebeurde. Als je als minister constant roept dat de basisregels in acht moeten worden genomen en dit vervolgens niet uitdraagt als het echt belangrijk is, is dat meer dan onhandig. Een vreemd signaal naar de buitenwereld. Zelf nam hij wel afstand overigens. Tenminste, dat dacht ik te zien op de beelden die zijn gemaakt door paparazzi in de bosjes. Voor sommige anderhalve metertegenstanders is het weer een aanleiding om te zeggen dat de regels onzinnig zijn. Maar zoals Rutte gistermiddag in de persconferentie over de ministerraad ook al benadrukte: hij en Grapperhaus adviseren om anderhalve meter te houden, ze verplichten het niet. Dat is ook de reden dat Rutte steeds heel laconiek roept: “Hahaha, ik ben geen dictator hoor! Ik ben geen dictator!”
Maar toch heeft Rutte wel een beetje gelijk. Je houdt de afstand toch niet omdat twee ministers het zeggen? Je doet dit toch in het belang van het land en voor je eigen gezondheid? Ik trek de vergelijking met het kind in ons wel vaker, en ook nu kom ik daar niet onderuit. Dit is dezelfde situatie wanneer een leraar aan zijn leerling vraagt waarom hij leert. “Omdat het van u moet, meester!” “Neen!”, zegt de meester dan, “Je leert voor jezelf!” Je houdt afstand voor jezelf (en je medemens). Niet omdat een kale oudere jongere en een mislukte komiek dat nou toevallig zeggen.
Toch was er één manier geschikt geweest om zowel de vriendenkring als het volk tevreden te stellen. Hij had een voorbeeld moeten nemen aan anderen die geen zin hebben in poespas en toch willen trouwen: gewoon op maandagochtend naar het gemeentehuis, een krabbeltje zetten en klaar. Dat kost niks, je hebt geen gedoe met zo’n feest en het is ook nog eens volledig corona-proof. “Geen feestjes met meer dan zes mensen”, zei Rutte onlangs. De maandagochtendkrabbel was dus de enige manier waarmee Grapperhaus het goede voorbeeld had kunnen gegeven. Want je kunt er donder op zeggen dat afstand houden op een bruiloftsfeest gedoemd is te mislukken.






