Op de planken!
Een mooi moment deze week: ik ben terug in het theater! Sinds de coronacrisis heb ik geen toneelvloer meer belopen en ik snakte er zo langzamerhand weer naar. Het repeteren was heerlijk en omdat we dit weekend eindelijk gaan spelen, gaat mijn hart sneller bonken. Maar onder de vrolijkheid schuilt natuurlijk een flinke bak ellende.
Echt lekker verdienen lukt in het theater niet. Dat weet je wanneer je eraan begint, en het is ook helemaal niet nodig. Als je houdt van je vak, neem je daar genoegen mee. Maar het is nu wel heel erg. Zo erg dat je er niet van rond kunt komen, terwijl dat voorheen wel kon. De betreffende voorstelling zouden we voor de coronacrisis twee keer gespeeld hebben. Nu doen we het zeven keer. We waren al uitverkocht, dus we moeten al het publiek kunnen bedienen. Heel eerlijk gezegd vind ik het heerlijk om veel vaker te spelen. Ik zit dan beter in het stuk en daar wordt het voor het publiek en voor mijzelf veel leuker van. Maar toch heb ik makkelijk praten. Van theater hoef ik op dit moment niet te leven. Als dat wel zo zou zijn, zou ik andere klussen potentieel mis kunnen lopen, doordat we deze voorstelling vaker spelen. Maar ja, dat is niet aan de orde. Die andere klussen zijn er namelijk niet. Om het werkeloze bestaan op te vangen, ben ik een studie gaan doen. Journalistiek. Dat was ik voor corona weliswaar ook al van plan, maar de crisis gaf me het laatste zetje.
Ik zag de bui namelijk al hangen. Nog steeds is heel veel afgelast of uitgesteld en is de toekomst niet rooskleurig. Zolang anderhalve meter afstand de norm blijft, zijn de zalen heel erg leeg. En dat gaat alleen nog maar over de theaters. Grote evenementen zijn helemaal uit den boze. Er zou wellicht, met uitzicht op een vaccin, iets gepland kunnen worden voor het najaar van 2021, maar dat durven festivalorganisaties niet aan. Verzekeringsmaatschappijen keren vanaf volgend jaar niet meer uit in het geval van een pandemie. Zowel het heden als de toekomst van de festivalindustrie valt daarmee in duigen. Duizenden mensen op straat, zoals in veel meer sectoren het geval is trouwens.
Ook in de theaterzalen is het aanpassen geblazen. De één gaat er anders mee om dan de ander. Het theater waar wij zaterdag en zondag spelen is voor de ‘gelegenheid’ volledig verbouwd. Geen lege stoelen, maar een volle zaal. Alle stoelen die leeg zouden blijven, zijn gewoon weggehaald. Er is een soort Rouge ingericht. Heel sfeervol en bovendien is er slim ingespeeld op de noodsituatie. Maar ook voor theaters is deze natuurlijk op den duur onhoudbaar.
Al die theatermedewerkers moeten opgevrolijkt worden. Hoe doe je dat? Door een avondje naar een theatervoorstelling te gaan bijvoorbeeld. Er even helemaal uit. Maar ja, dat is sinds maart ook de plek van zoveel problemen. Is het dan nog wel leuk om er te zijn? Toch spelen wij onze voorstelling – met hierin veel grappige momenten – even vrolijk als altijd. Want al eeuwen geldt hetzelfde: humor is zelfs in de meest penibele situaties het beste redmiddel.






