Stille nacht
Zou ik last ondervinden van een avondklok? Heel eerlijk gezegd: totaal niet. Ik ben wel een nachtmens, maar dan vooral lekker binnen, in de stille nacht. Tot een uur of twee kan ik prima schrijven, in alle rust. Voor corona vond je mij in de nachten dus niet in de stad. Op een enkele keer na.
Die ene keer ben ik mee uitgegaan, omdat anderen mij overhaalden. Daar ben ik normaliter niet zo gevoelig voor, maar ik wilde het gewoon eens meegemaakt hebben. En bewust ook: drank gaat er dan niet in. Met plezier keek ik naar de uitgaanders die almaar luider praatten en steeds erger begonnen te zwalken. Toen iemand vroeg: “Hee, ben jij niet Jochem Myjer?!”, werd het tijd om te vertrekken. Als de drank echt toeslaat, moet je daar niet meer nuchter tussen willen staan. Van dat losgeslagen sfeertje houd ik niet, maar ik snap die behoefte aan drukte en reuring wel. In alle stilte gaan mensen misschien te veel nadenken en daardoor piekeren.
De stilte ging ook vaak met wijlen mijn oma aan de haal. De eerste veertig jaar van haar volwassen leven kon ze tegen mijn opa aanpraten, maar toen overleed hij. De oplossing zocht ze in het luisteren naar de radio. Dag in, dag uit. Ook ’s nachts speelde het toestel liedjes en kwamen er stemmen uit. Dat gaf haar het gevoel dat er nog iemand bij haar was. Het zou me dan ook niks verbazen dat ze de dialoog aanging met de Nachtzuster, haar favoriete programma.
Als ik worstel met de stilte – af en toe heb ik dat als ik alleen thuis ben en al even niemand gesproken - ga ik heel veel lawaai maken. Het liefste door te zingen. Dan zet ik de instrumentale versie van Just Say Hello aan en brul mee met een vet Amsterdams accent. Ik waan me René Froger in de Johan Cruijff ArenA. Het nummer gooi ik op repeat en ik houd het vol totdat ik schor en moe ben. Het liedje blijft dan zo hardnekkig hangen, dat de stilte geen toegang meer krijgt tot mijn hersenen. Op die manier houd ik het piekeren buiten de deur.
En soms… moet je de stilte gewoon even toelaten. Even achterover hangen, genieten van helemaal niets. Waardeer de rust, bezie vanuit je warme huis de donkere nacht en geniet van het idee dat je buiten niets mist, gewoonweg omdat er niemand buiten is. De reuring komt wel weer.






