Coronacolumn #9: Hameren
Omdat ik toch de hele dag een beetje uit mijn neus zit te vreten, kan ik dat net zo goed kijkend door het raam doen. En ik zie met lede ogen aan dat zoveel mensen de voorschriften van het RIVM aan hun laars lappen. Ze vegen er de vloer mee aan zelfs.
Ik kijk dan uit op het straatje waar ik woon. Een doodlopend straatje, met een huis of 7. Het is in dat straatje alles behalve rustig, onverminderd druk. Onze buren houden zich namelijk helemaal niet aan de corona-voorschriften. Gaven afgelopen weekend bijvoorbeeld nog een feestje voor een man of tien. Na deze hectische week vol maatregelen, achtte ik ze verstandiger, maar niets was minder waar.
Gistermiddag stopte de ingehuurde klusjesman bij ze voor de deur. Hij komt een nieuwe keuken installeren en dat moet stante pede. Hij maakte een gezellig praatje bij de voordeur en kroop daarbij zowat in de buurvrouw. Daarna heeft hij de hele middag in dat huis rondgehangen. De keuken doet het waarschijnlijk. Ik ben benieuwd hoe lang ze er nog van kunnen genieten.
Waarom werkt zo’n onverantwoordelijke hork nog? Wat is dit voor een raar gedoe? Alsof dat nog niet genoeg is, stopte er gistermiddag ook een busje met een typisch Hollands gezinnetje. Kwamen de oude koelkast van de buren ophalen. Marktplaats-advertentie. Ze laadden de koelkast in en onze buurvrouw liet ze nog even fijn binnen om haar nieuwe keuken aan ze te laten zien. Aardig hè?
Het is toch zot? Maar de media geeft ook niet het goede voorbeeld. Onze stadszender (OOG-TV) had gisteren een zeer verantwoordelijk item. De verslaggeefster ging de straat op om te kijken wat de mensen aan het doen waren. Op straat kwam ze een handjevol mensen tegen die ze zeer intiem interviewde. Ze stond er bovenop. Toen ze tot de conclusie kwam dat er op straat niet zo heel veel te beleven was kwam ze op een ander geniaal idee: aanbellen bij mensen en weer vragen wat ze doen. Mensen deden verbaasd de deur open. Welke gek belt er nu aan en wil een praatje maken? Ze was niet gewenst. Gek hè? De conclusie van het top-item was dat er in de stad Groningen he-le-maal niks te doen was.
Nee, natuurlijk niet, schaap. Er is een pandemie gaande.
Het zijn rare tijden. Het wordt iedere dag gekker. Zowel hartverwarmend als frustrerend als verwarrend. Deze drie emoties maakte ik gisteren allemaal door. Gelukkig werd bovenstaande frustratie van overdag ’s avonds vervangen door warme gevoelens.
Er blijven lichtpuntjes. De Koning gaf gisteren een mooie toespraak. Hij sprak bedachtzaam en vriendelijk. We hebben mazzel met die man. Net als dat het mazzelen is met een artiest als André van Duin. Hij is recent zijn man verloren en was in DWDD bijzonder sterk. Hij zong zijn Nederlandse versie van La Bohème van Charles Aznavour. Het bezorgde Matthijs, Marc-Marie en half Nederland betraande ogen.






